Wandelpaden en wandelroutes liggen op de rand van het kalkplateau van Zuid-Limburg voor het oprapen. Bijgaande tocht is 10 km lang (plm 2,5 uur), maar kan gemakkelijk worden verlengd of bekort. De VVV Mergelland heeft samen met haar Belgische collega van de Voerstreek een kaart uitgebracht met routebeschrijvingen voor 'Grensloos wandelen'. De 16 tochten variëren in lengte van 3,5 tot 18 km. De kaart kost 14 gulden bij de VVV in St. Geertruid (tel. 04408-1846). Sint Geertruid en Gronsveld zijn per bus te bereiken vanuit Maastricht. Inlichtingen over het openbaar vervoer: tel. 06-9292.
De gevonden fossielen zijn echter onverbiddelijk: het Mergelland vormde ooit de bodem van de ondiepe tropische Krijtzee. In het Pleistoceen kwam het gebied omhoog en terwijl elders de Alpen verrezen, kreeg Limburg z'n eigen heuvels. Met de stijging van de aardkorst slepen rivieren en beken diep in het kalkplateau in, er ontstonden terrassen en onwaarschijnlijk brede beekdalen. Het klimaat werd zachter, de rivieren versmalden zich of droogden zelfs helemaal op.
Het Savelsbosch tussen Sint Geertruid en Gronsveld is een van de mooiste fenomenen die ons aan die 'oertijd' herinneren. Het is een hellingbos op het breukvlak van het mergelplateau en het kilometers brede Maasdal. Voor Nederlandse begrippen zijn de hoogteverschillen enorm, soms wel vijftig meter. Hier en daar heeft het bos iets weg van een oerwoud, waarin bosranken en maretak zich alle vrijheid van de wereld gunnen. Het is het domein van de das en de marter, het jachtterrein van de buizerd, de lusthof van de bosanemoon en nog veel meer bijzondere planten en bloemen. Een prachtig wandelgebied dus, in elk jaargetijde.
Op de topografische kaart oogt het Savelsbosch als een langgerekte draak, de aan elkaar geklitte hoogtelijnen wijzen al op een scherp contrast met het omringende landschap. Het is ons eigen stukje buitenland, een gebied waar Limburg trots èn zuinig op mag zijn. Vijf, zes kilometer lang is het bos - met de lieflijk glooiende omgeving genoeg voor een dag wandelen.
De middeleeuwse kerken van Sint Geertruid en Gronsveld strijden erom als vertrekpunt te mogen dienen, de Sint Gertrudis en de Sint Martinus. Het is om het even, allebei getuigen ze van een fraaie bouwkunst en als het gaat om de devotie, ontlopen ze elkaar ook weinig. Op dat gebied kom je in deze contreien trouwens toch niets te kort: je struikelt over de wegkruisen en kapelletjes. Vaak staan ze op de plek waar vroeger de Germanen hun offerplek voor de goden hadden of hun voorouders herdachten, waar heksen waren of spoken. Geloof en bijgeloof, het valt niet altijd mee om ze uit elkaar te houden.
Toch maar beginnen in Sint Geertruid, over de Kalleberg en door de uitloper van het Eijsderbosch. Achter het gehucht Moerslag en de fraaie terrascamping De Bosrand langs wordt het Savelsbosch bereikt, met hier en daar een draaihekje en een boomgaard. Fruit en toerisme zijn voor dit gebied de voornaamste middelen van bestaan; het stuk vlaai in het campingrestaurant staat er symbool voor.
Het prachtige uitzicht over de brede Maasvallei wordt ingeruild voor een fikse klim van bijna 40 meter naar de bovenrand van het bos. Onderweg vraagt het herinneringskruis van Hubert Wetzels de aandacht. Hij is hier in de jaren dertig omgekomen bij een jachtpartij. Een van de jagers zag de jongen die het geschoten wild over de holle weg naar de rand van het bos moest brengen, aan voor een ree. Eerst stond er een houten kruis, nabestaanden hebben vrij recent een stenen exemplaar opgericht.
Bijna boven voert een pad naar links. Het loopt eerst langs de rand van het bouwland, duikt dan het bos in en passeert vervolgens een plek die op de kaart aangeduid wordt als vuursteenmijn. Het is de oudste mijn ter wereld: vier- tot achtduizend jaar voor Chr. moet hier vuursteen gewonnen en mogelijk ook bewerkt zijn - de vele prehistorische vondsten in de omgeving wijzen in die richting. Een zijpad dat hier naar rechts gaat, belandt in het maïsveld en kan aanleiding geven tot een struinpartij op de grens van bos en bouwland. Het is simpeler om in het bos te blijven tot aan de Schone ('Schöne' zullen de Limburgers wel zeggen) Grub. Een grub is een droogdal dat alleen bij grote regenval water naar de rivier brengt. Het is nu een fraai hol pad dat langzaam opklimt in een steeds smallere bosstrook en uiteindelijk in het open veld uitkomt, op het kalkplateau.
Schuin linksvoor piekt de kerktoren van Eckelrade boven het geboomte uit, rechts glimt de bebouwing van Sint Geertruid. Pal naar links spoort een route (gemarkeerd als M3) tussen fruitbomen door. De hoogstamboomgaarden hebben steeds meer plaats gemaakt voor percelen met laagstammen, minder karakteristiek misschien maar voor de kwekers zeker zo efficiënt om de boomvruchten te kunnen oogsten.
Terug bij de bosrand gaat de M3 rechtsaf tussen het inmiddels al aardig verkleurende bronsgroen eikehout door. Bij een driesprong weer naar links en definitief afdalen naar het Maasdal. De overgang naar het open veld en de vredige aanblik van Gronsveld mag de wandelaar in z'n zak steken als een extraatje. In de straten van het Limburgse dorpje herpakt het gewone leven zich, met schuifelend autoverkeer en lokkende cafeetjes. Het is even wennen. De enige remedie is verder lopen door het Savelsbosch in de richting van Cadier en Keer of terugwandelen naar Sint Geertruid via Rijckholt of Eckelrade.
5 november 1994, © Trouw/Haro Hielkema